WOORDENLIJST

“Afgetopte” toren: Populaire benaming voor de islamitische toren waarvan het bovenste gedeelte ontbreekt.
Albacar: Open ruimte binnen het kasteel, beschermd door muren, waar mensen woonden of hun toevlucht zochten in geval van gevaar.
Alcaide: Persoon die belast was met het beheren en besturen van een kasteel namens de koning of een edelman.
Alcazaba: Het belangrijkste deel van het kasteel, waar de machthebbers woonden en beslissingen werden genomen. Het was beter beschermd. Dit is het bouwwerk dat vandaag de dag nog bestaat: muren en twee torens.
Almohaden: Islamitische gemeenschap uit Noord-Afrika die een deel van het Iberisch Schiereiland regeerde tijdens het laatste derde van de 12e eeuw en de eerste helft van de 13e eeuw. Zij waren de bouwers van het kasteel.
Cisterne: Ondergrondse opslagplaats waar regenwater werd bewaard om te drinken of binnen het kasteel te gebruiken.
Graffito: Geschrift of tekening op een muur. In het kasteel bevindt zich een van de belangrijkste op de noordmuur van de islamitische toren, met een Arabische religieuze tekst.
Infant Don Alfonso van Castilië: Zoon van koning Ferdinand III van Castilië. Hij heroverde het kasteel halverwege de 13e eeuw (1244).
Ruw metselwerk: Bouwtechniek waarbij stenen met leemmortel werden verbonden om muren te maken (christelijke techniek).
Stampaarde (rammed earth): Oude techniek van islamitische oorsprong die werd gebruikt om muren te bouwen met “mortel”, een mengsel van zand, water en kleine stenen dat in houten vormen werd geperst.
Verdedigingsbastions: Massieve uitstekende structuren (in de vorm van torens) die aan de muur waren bevestigd en werden gebruikt om de vesting te versterken en te verdedigen.
Veelhoekige plattegrond: Vorm van het kasteel van bovenaf gezien, met meerdere zijden of hoeken, niet rond of vierkant.
Verdrag van Torrellas-Elche: Overeenkomsten ondertekend tussen 1304–1305 waardoor het kasteel en zijn gebied definitief deel gingen uitmaken van de Kroon van Aragón, meer specifiek van het Koninkrijk Valencia.
Weergang: Smalle doorgang bovenop de muren waarlangs de soldaten liepen om de vesting te bewaken en te verdedigen.